Menu Sluiten

Fietshelm

De fietshelm is een hoofdzaak voor personen die zich snel door het verkeer begeven of off road rijden.

Geen enkele fietshelm kan de drager tegen alle gevaren beschermen.

Om optimale bescherming te bieden, is het noodzakelijk dat de fietshelm goed past en op correcte wijze ingesteld is.

Tip

Mochten de kinbanden te lang zijn en niet achter het elastiekje kunnen worden opgeborgen kunt u deze inkorten met een schaar. Brand daarna met een aansteker de uiteinden dicht zodat deze niet gaan rafelen.

Fietshelm afstellen:

  1. Zet de helm op het hoofd en maak de snel sluiting dicht.
  2. Pas d.m.v. de draaiknop de omvang van de helm aan zodat hij nauw aansluit op het hoofd.
  3. Kijk welke riempjes los zitten. Neem de helm weer van het hoofd en trek de losse riempjes aan: kinriem en de achterste riempjes. De riempjes aan de zijkant aantrekken tot deze op gelijke lengte zijn.
  4. De helm moet vast en vlak op het hoofd zitten. Als de helm te ver naar achteren staat, kan dit gecorrigeerd worden door de kinriem aan te trekken en de achterste riempjes losser te zetten.
  5. Biede kinriempjes moeten even strak langs het oor lopen en 1 cm onder het oor bij elkaar komen.
  6. Het beste is dat je net 2 vingers onder de kinriem kunt plaatsen dan is de riem goed afgesteld.
  7. Om te testen of de helm op de juiste maat ingesteld is, moet de helm opgezet en de snel sluiting gesloten worden. Als de mond geopend wordt, moet een lichte druk van het riempje tegen de kin voelbaar zijn. Probeer daarna de helm af te zetten, zowel voor als achterlangs. Als dit lukt, zit de helm nog niet goed. Zet dan de riempjes wat strakker.

Vervanging van de helm:

  • Na een val
  • Na een harde klap of nadat de helm vastgeklemd heeft gezeten
  • Indien de helm sterk bekrast is
  • Na blootstelling aan temperaturen hoger dan 65 graden
  • Na enkele jaren gebruiksduur
  • Als de helm niet meer past

Hier vind u een deel van ons aanbod fietshelmen